Lezing "De Peel-Raamstelling"

Door dhr. J.H.A. Bollen

17 september 2008

Verslag van de lezing over de Peel Raamstelling gehouden door de heer J.H.A. Bollen.
De heer Bollen, woonachtig i
n Deurne, is ex-beroepsmilitair. Hij heeft gewerkt als officier bij de infanterie en was o.a. gelegerd in Suriname en Seedorf.



De heer Bollen startte zijn lezing met een terugblik in de tijd, namelijk de tijd van vlak na de Eerste Wereldoorlog. De Duitsers hadden deze oorlog niet verloren maar ook niet gewonnen. Bij het verdrag van Versailles kreeg Duitsland wel de rekening gepresenteerd. Duitsland werd verplicht tot allerlei herstelbetalingen en verloor allerlei gebieden en koloniën. Tevens had dit verdrag een verstoring van het machtsevenwicht in Europa tot gevolg. Duitsland voelde zich vernederd en gekrenkt.
Bij het verdrag van Locarno in 1925 werd Duitsland enigszins tegemoet getreden. Mede ook omdat men in het Westen bang was voor de bedreigingen die uit Rusland kwamen. Duitsland mocht weer geld leden om het land op te bouwen. Na de beurskrach in 1929 hield dat ook op en stond Duitland er weer alleen voor. Dit was een goede voedingsbodem voor de opkomst van de NSDAP en voor Hitler in de perioden van 1930 tot 1934. In 1933 werd Hitler de nieuwe Rijkskanselier met 44% van de zetels in de “Rijksdag”. Alle politieke partijen, behalve de NSDAP, werden verboden en Hitler werd rijkskanselier en president tegelijk. De uitbreiding van het Rijk begon met de bezetting van Rijnland plus de Anschluss van Oostenrijk. Zo ging het verder tot de aanval op Polen op 1 september 1939. De maat was vol en op 3 september 1939 verklaarden de Geallieerden Duitsland de oorlog. De Tweede Wereldoorlog was een feit.
Dit was de inleiding van de lezing om een beeld te schetsen van de politieke situatie in 1940. De heer Bollen vervolgde zijn relaas met een schets van de positie van Nederland. Vanaf 1840 was Nederland neutraal, voelde zich klein en wenste zich ook buiten het strijdgevoel te houden, hetgeen tijdens de Eerste Wereldoorlog ook was gelukt. Nederland kende wel een gewapende neutraliteit, d.w.z. men was bewapend om zijn grenzen te beschermen. Men wilde echter de vesting Holland beter beschermen. Hiervoor werden eerst de Maas en de IJssel verdedigd met bunkers. Hierachter werd in de jaren 1934-1935 een echte verdedigingslinie opgeworpen die liep via de Grebbelinie en de Peel Raamstelling. Hiervoor werd een speciaal defensiekanaal gegraven. Men werd verplicht om arbeid te verrichten om dit z.g.n. afwateringskanaal te graven. Het geheel werd voorzien van honderden bunkers.
Binnen de leiding was er een meningsverschil over de verdediging van de Peel-Raamstelling, sterk verdedigen of de vijand enige tijd ophouden en dan terugtrekken. Dit had tot gevolg dat de generaal Reynders vervangen werd door generaal Winkelman.
Hierna behandelde de heer Bollen de mobilisatie, en hoe dat verliep, in augustus 1939 totdat op 3 september 1939 het hele Nederlandse leger gemobiliseerd was.
Na de pauze schilderde de heer Bollen het verloop van de strijd vanaf 9 mei 1940. Tegen een overmacht aan materiaal en manschappen was het Nederlandse leger in feite kansloos. Het kwam er op neer dat de Nederlandse troepen niet voorbereid waren op zo’n grote strijd, onvoldoende getraind en uitgerust en dat er geen reservetroepen achter de hand waren.
Soms wordt er wel eens miskennend over de troepen gesproken maar dat is volgens de heer Bollen niet terecht. Men heeft zeker gedaan wat er in ieders macht lag en de Duitse troepen meer dan verwacht tegenslag geboden. Aan de hand van het strijdverloop bij de Peel Raamstelling heeft hij dat duidelijk gemaakt. Van de drie bruggen die de Duitsers wilden bemachtigen is er slechts een (bij Gennep) in hun handen gevallen. Uitgebreid werd ingegaan op de strijd rondom Mill, waar een bewapende pantsertrein door de Nederlandse linies raasde en pas ver achter de Peel Raamstelling, bij het plaatsje Zeeland, tot stilstand kwam. Van achteren werden de Nederlandse troepen aangevallen en de kazematten veroverd. De trein ontspoorde op de terugreis bij Mill. De Nederlandse troepen hadden inmiddels oude kanonnen gemobiliseerd en bestookten de Duitsers daar dusdanig mee dat ze terug moesten trekken. Het gat in de Peel Raamstelling bleef echter bestaan en na hevige Stuka aanvallen op de stellingen bij Mill werden daar ook de troepen verslagen. In de nacht van 11 mei werden het leger terug getrokken achter de Zuid Willemsvaart. Van de verwachte steun van de Franse troepen kwam niet veel terecht en toen ook nog op 12 mei de Nederlandse commandant door de Duitsers werd gearresteerd was het Nederlandse leger stuurloos en gedemoraliseerd. De Duitse troepen hadden op 12 mei Eindhoven al ingenomen en hadden nu vrij baan naar Breda, Zeeland en de noordelijke gebieden van Nederland. De Peel Raamstelling heeft de Duitse aanvallers niet tegen kunnen houden maar hun opmars wel vertraagd.
Na afloop van de lezing was er nog gelegenheid om vragen te stellen en om over de lezing te discussiëren. Hiervan werd dankbaar gebruik gemaakt.
De lezing werd bijgewoond door 64 zeer geďnteresseerde leden en niet-leden.

19 september 2008
Jan Vissers, secretaris.

 


Terug


Start